De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt worden vrijwel dagelijks in de kranten en andere media behandeld. Er is een gedeelde zorg dat technologie op hoge snelheid taken van mensen overneemt. Zo lezen we met enige regelmaat voorspellingen dat robots en kunstmatige intelligentie ons werk zullen overnemen, vaak met een dramatische ondertoon. “#Wereldzonderwerk: zo groot is de kans dat een robot jouw baan inpikt”, kopte NOS.nl in 2017. Moeten we ons inderdaad voorbereiden op een ‘wereld zonder werk’?
Tegelijkertijd ontstaan er ook nieuwe banen door technologie. Terwijl een financieel administratief medewerker steeds moeilijker aan een baan komt, liggen de kansen voor een specialist in digitale marketing of een technisch installateur voor het oprapen. Het World Economic Forum refereert aan een schatting dat “65% van de kinderen die nu op de basisschool beginnen, werkzaam zullen zijn in beroepen die we vandaag de dag nog niet kennen”. Ook dit leidt tot zorgen. Bedrijven hebben grote moeite om, onder andere, IT-gerelateerde vacatures te vullen en maken zich zorgen omdat een tekort aan geschikt personeel hun groei beperkt.
Hoewel nieuwe technologie soms als bedreiging wordt gezien, hebben we het ook nodig. Het is de motor achter productiviteitsstijging, de daarbij behorende economische groei en de groei in inkomens. Economen verwijzen dan naar het Solow-model waarin technologische vooruitgang één van de drie bronnen van economische groei is: een toename van kennis zorgt voor een verbetering in de techniek, waardoor de productiviteit van arbeid en kapitaal toe kan nemen.