De manier waarop wij werken verandert ingrijpend. Automatisering en ‘learning machines’ nemen menselijke taken en banen over. Dit bekent dat organisaties andere vaardigheden van hun medewerkers verwachten. Veranderingen als deze zijn een enorme uitdaging voor organisaties en HR-afdelingen. Tegelijkertijd hebben business leaders op ongekende schaal te maken met risico’s, ontwrichting en een politieke en sociale omwenteling.
De veranderingen vinden in een steeds hoger tempo plaats. Er is veel concurrentie in de zoektocht naar het juiste talent. En ‘talent’ betekent niet meer hetzelfde als tien jaar geleden. We weten nu nog niet wat de rollen, vaardigheden en functies van morgen zullen zijn. Hoe kunnen organisaties zich voorbereiden op een toekomst waar maar een paar mensen zicht op hebben? Hoe kunnen mensen hun eigen loopbaan vormgeven en bepalen welke opleidingen ze nodig hebben? Hoe kan de Nederlandse overheid een sterke visie ontwikkelen op de toekomst van werk in Nederland en het voortouw nemen in het creëren van een internationaal speelveld voor een gemeenschappelijke aanpak van de grote werkthema’s van de toekomst?
Dit is niet het moment om achterover te leunen en te wachten op wat komen gaat. Organisaties, mensen en de Nederlandse overheid moeten over hun eigen schaduw heen springen en voorbereidingen treffen voor de toekomst. Ze moeten nauw met elkaar samenwerken om de vooruitzichten voor iedereen te verbeteren. Niet alleen voor de hoogopgeleide, technisch onderlegde kenniswerkers, maar ook voor degenen die niet zijn voorbereid op de toekomst. In dit rapport kijken we in detail naar de krachten die de toekomst van werk bepalen, de belangrijkste thema’s voor de Nederlandse arbeidsmarkt – flexibiliteit, technologie en ongelijkheid – en de kansen en bedreiging voor alle betrokkenen:
• ondernemingen en andere organisaties
• werknemers, andere werkenden (zoals de meer dan 1,5 miljoen ZZP’ers) en werkzoekenden
• werkgeversorganisaties en vakbonden
• politici, beleidsmakers en de overheid
• onderwijsinstellingen en relevante sociaal-maatschappelijke organisaties.